Als je werkzaam bent in een mensgericht beroep, dan ken je de term presentie waarschijnlijk. Wat is presentie? En waarom is het zo belangrijk en tegelijkertijd moeilijk om goed te beoefenen? In dit artikel neem ik je mee ervaringen die ik opdeed en vertel ik je over mijn visie erop.
Wat is presentie?
Presentie gaat over de menselijke maat in het werk. Over écht contact met de ander. Je cliënt bijvoorbeeld of je collega’s. Maar ook met jezelf. Je probeert in het ‘nu’ te zijn met zo volledig mogelijke aandacht. Vanuit die volledige aandacht maak je contact met de ander. Presentie krijgt dus vorm in de relaties die je aangaat met anderen.
De reparatiereflex
Een bekende hulpverlenersvalkuil bij het beoefenen van presentie is de reparatiereflex. Het is de neiging om je cliënt of collega ergens van te overtuigen of hem te voorzien van advies. In deze ogenschijnlijk oplossingsgerichte werkwijze vergeet je vaak om daadwerkelijk aanwezig te zijn en echt te luisteren naar het verhaal van de cliënt. De intentie achter de reparatiereflex is goed; je wilt de ander helpen. Helaas zijn adviezen en oplossingen van anderen vaak weinig effectief om mensen in beweging te krijgen. Ook verlies je hierbij de verbinding met de ander. Je probeert iemand op jouw ‘spoor’ te krijgen en staat niet meer volledig open voor de (ervaring van) de ander. Ik ben vele malen in deze valkuil getrapt. Het vraagt om bewust en actief luisteren. Dat betekent voor mij luisteren om te begrijpen en niet luisteren om te reageren.
Een belangrijke ervaring
Toen ik als coach in een sociaal wijkteam werkte, verzorgde ik een wekelijks vragenuur voor dak- en thuislozen op een dagopvanglocatie. Op een ochtend sprak ik een verwarde man die zojuist was vrijgekomen uit de gevangenis.
Hij vertelde dat hij bijna 33 jaar had vastgezeten. Door op straat hulp te vragen aan voorbijgangers was hij erachter gekomen dat hij bij deze opvanglocatie terecht kon. Hij vertelde dat hij zonder medicijnen zat die hij gebruikte voor kanker en andere ernstige psychische en lichamelijke aandoeningen. Hij liet me de lijst van medicatie zien en zei dat hij vanuit de gevangenis slechts tot deze ochtend medicijnen had meegekregen. Hij stond niet ingeschreven op een adres en ook niet bij een huisarts of apotheek. Hij kon dus niet aan zijn noodzakelijke (recept voor) medicijnen komen. Zijn reclasseringswerker had gezegd hem niet verder te kunnen helpen.
Ik wist niet direct wat ik de man kon bieden vanuit mijn toenmalige functie als wijkcoach, maar ik werd geraakt door het verhaal van deze man. 33 jaar had hij een verplichte voorgeschreven structuur gevolgd, waarbij alles voor hem werd bepaald. En nu hij na al die tijd op vrije voeten kwam, werd er van hem verwacht dat hij er zelf wel uit zou komen? Het verhaal van deze man verwarde me. Ik wist het ‘even niet’ en voelde dit ook fysiek in mijn buik. Een vervelend zeurend gevoel. Wat gebeurde hier? Welk beroep deed deze man op mij?
Nabijheid
Nadien besprak ik het voorval met mijn collega en blikte ik met hem terug wat zich had voorgedaan. Ik realiseerde me dat de man als het ware een beroep op mijn morele nabijheid deed. Ik wilde deze man niet aan zijn lot overlaten. Ik voelde een bepaalde verantwoordelijkheid, al wist ik niet precies wat me in mijn rol te doen stond.
Mijn leefwereld doorleefd
Vanuit afstemming op de ander kan een passend idee ontstaan over wat in de situatie goed, behulpzaam en steunend zou kunnen zijn. Een idee dat vaak ontstaat vanuit de leefwereld. De leefwereld is het domein van persoonlijke ervaringen. Ervaringen in de omgang met anderen die we opdoen in systemen en daarbuiten. Mijn ervaring van nabijheid uitte zich in fysieke signalen in mijn buik. Ook voelde ik nabijheid in mijn overtuiging dat me hier iets te doen stond, ongeacht mijn functie. Deze ervaringen van nabijheid hielpen mij af te stemmen op de leefwereld van deze dakloze man. Het diende als vertrekpunt voor verder onderzoek naar wat het ‘goede’ was om te doen.
“Een momentje alstublieft, ik gooi u nu over de schutting”
Het verhaal over deze dakloze man laat zien hoe de systeemwereld met al zijn regels en procedures vaak zo bepalend is in hoe we de zorg met- en -voor elkaar organiseren. Iedere professional doet zijn werk, maar zodra iets buiten ons takenpakket valt en een oplossing niet direct voor handen is, dan is het heel gemakkelijk om het probleem over de schutting te gooien.
Presentie geeft een antwoord op de vraag hoe je als zorgprofessional de leefwereld als gezonde en noodzakelijke tegenhanger van de systeemwereld kan inzetten.
Presentie ten dienste van het teamproces
In mijn werk als teamcoach en intervisietrainer geloof ik erin dat de wijsheid al in het team of de persoon zelf aanwezig is. Door present te zijn, kan je signalen opvangen die belangrijk zijn voor het team om het potentieel dat in het team besloten ligt te ontketenen. Maar die signalen oppikken, erop reflecteren en er in het moment zelf iets mee doen ten dienste van de ander, dat is de kunst.
Een voorbeeld waar het me ontglipte: tijdens een teamsessie bleek dat het teampatroon was om steeds snel in actie te schieten en zaken op te lossen, vanuit logische verklaringen overigens. Maar de lat lag daardoor erg hoog. Men had er last van. Er was behoefte om meer te vertragen.
Ik had vooraf een agenda gemaakt voor deze teambijeenkomst en merkte dat ik teveel in te korte tijd wilde doen, waardoor ook mijn tempo hoog lag. Ik werd kortom meegezogen in de snelle dynamiek van het team. Hier werd ik me pas later goed van bewust. Zo moeilijk is dat dus om die presentie te beoefenen en de signalen die je ter plekke krijgt ook meteen in te zetten ten behoeve van het teamproces. Want ik heb het wel gevoeld, die gejaagdheid zoals ik die ken van een potje pingpong.
Mooi vak heb ik toch, dat er zowel bij mij als bij het team een leerproces gaande is!